Bij het rendement van je verwarmingsinstallatie denk je misschien meteen aan de efficiëntie van je ketel. En dat is terecht, want met de nieuwste generatie condenserende stookolieketels verbruik je bijvoorbeeld al 30% minder. Maar rendement is méér dan dat. Hoor je het in Keulen donderen? Lees dan snel verder!

Globaal seizoensrendement

Het rendement van je cv-installatie wordt bepaald door het zogenaamde seizoensrendement. Dit verwijst naar de verhouding tussen de energie die de brander verbruikt en de energie die de verwarmingselementen vrijgeven. Het seizoensrendement is afhankelijk van nog andere soorten rendement: het productierendement, het distributierendement, het rendement van de verwarmingslichamen en het regeltechnisch rendement.

Het productierendement

Globaal seizoensrendement is in eerste instantie afhankelijk van het productierendement van je ketel of de efficiëntie van je ketel. Dimensionering is een cruciale factor hier. Ben je van het principe “Hoe groter hoe beter”? Dan moet je die mening even bijstellen – althans wat je ketel betreft. Aangezien een ketelvermogen bepaald is op de extreemste buitentemperatuur van de regio, is een ketel meer dan 90% van het stookseizoen te groot. Dit leidt tot lange stilstandsperiodes en grote stilstandsverliezen. Hoe groot die verliezen zijn? Dat hangt af van deze factoren:

  • de isolatiegraad van je ketel
  • de gemiddelde watertemperatuur (je hebt minder verliezen met glijdende temperaturen)
  • de constructie van de ketel en de brander
  • en het onderhoudsverbruik, of de energie die nodig is om het water in de ketel op een bepaalde temperatuur te houden zonder dat dit gebruikt wordt voor sanitair warm water

Het distributierendement

Daarnaast hangt het globaal seizoensrendement af van het distributieverlies, of het verlies tijdens distributie (in de leidingen). Daar hebben deze factoren dan weer een invloed op:

  • de gemiddelde watertemperatuur (hoe lager de temperatuur, hoe groter de impact)
  • de toestand en ligging van de leidingen (het maakt bijvoorbeeld een heel verschil of ze door onverwarmde ruimtes lopen of niet). Deze factor kun je natuurlijk beïnvloeden door je leidingen te isoleren.

Het rendement van de verwarmingslichamen

Ten derde speelt verlies door radiatoren, convectoren en andere verwarmingslichamen een rol. Dit verlies beperk je door bijvoorbeeld niets op je radiator of convector te leggen en door radiatorfolie te plaatsen.

Het regeltechnisch rendement

Het rendement van de regelorganen is een vierde en laatste factor die aandacht verdient. Dit rendement omvat al wat ervoor zorgt dat alle ruimtes op de gewenste temperatuur blijven. Denk hierbij aan: 

  • De kamerthermostaat
  • De modulerende thermostaat (een slimmere en energiezuinigere optie dan de kamerthermostaat)
  • Regelingen op basis van de buitentemperatuur

De plaatsing van je regelapparatuur is belangrijk. Installeer ze bijvoorbeeld niet vlak bij deur die veel opengaat, want dan krijg je een vertekend beeld.

Invloed van de soorten rendement

Het productierendement weegt het zwaarst door, dus een goede (idealiter een condenserende) ketel die correct gedimensioneerd is, betekent al een substantieel verschil in verbruik. Op de tweede plaats van “meest invloedrijk type rendement” vind je de regeltechniek, want die bepaalt de grootte van de verliezen.

Deze berichten zijn misschien interessant