De brander

De verschillende type branders

Blauwe vlam, grijze vlam, Low-Nox... het zijn geen modewoorden meer. Ze duiden alle technieken aan die één gemeenschappelijk doel hebben: de verbranding optimaliseren en de uitstoot van schadelijke stoffen beperken. Het illustreert de vooruitgang die de constructeurs hebben geboekt op het gebied van bescherming van het leefmilieu.
Zo is er bij deze nieuwe types nog nauwelijks sprake van CO, NOx en roetvorming. Daardoor wordt het onderhoud van de ketel sterk vereenvoudigd!

De gele vlambrander

Deze klassieke uitvoering van een brander verbeterde sterk de voorbije jaren. Het correct afstellen blijft een noodzaak voor een optimaal rendement en de beperking van de uitstoot van schadelijke stoffen.

De blauwe vlambrander

Deze brander is een voorbeeld van technologische vooruitgang. Bij de blauwe vlambranders zijn CO en roet quasi onbestaande. Om de uitstoot van schadelijke stoffen te reduceren, creëert men een interne (CO en roet) en externe (NOx) recirculatie van de warme verbrandingsgassen. Hierdoor vindt een bijna volledige vergassing van de verstoven brandstof plaats, wat een blauw vlambeeld oplevert, en daalt de vlamtemperatuur, wat de vorming van NOx tegengaat. Het resultaat : minder roet, minder onderhoud!

De Low-NOx-brander

In de Low-NOx-brander (ook wel grijze vlambrander genoemd) wordt via een nieuwe verbrandingstechniek de uitstoot van stikstofoxiden (NOx) verminderd. Zoals bij de blauwe vlambrander wordt ook hier de hercirculatie toegepast, zij het dan ter hoogte van de vlamkop. De gedeeltelijke vergassing van de brandstof levert een geel-blauw vlambeeld op.

De samenstelling en werking van een brander

Stookolie of mazout is een brandstof die een bepaalde hoeveelheid energie bevat die men optimaal moet vrijmaken. Om de brandstof om te zetten in een bruikbare warmte kunnen we deze hetzij vergassen, hetzij verstuiven in kleine druppeltjes. Wanneer de verstoven of vergaste vloeistof ontstoken wordt door een elektrische vonk, wordt een vlam gevormd. Dit gebeurt met een brander. De warmte die vrijkomt moet dan overgedragen worden op de warmtegeleidende vloeistof, en daarvoor heeft men een ketel nodig. Onderstaande figuur geeft de samenstelling van een brander weer.

Samenstelling van een brander

  1. het branderhuis

  2. een volumetrische tandwielpomp

  3. een verstuiverslijn

  4. een verbrandingskop

  5. de centrifugaalventilator

  6. ontstekingstransformator

  7. de ontstekingselektroden

  8. de luchtregelschijf

  9. de elektromagnetische afsluiter

  10. de luchtregelschijf

  11. de vlammenhaker

  12. de branderautomaat

  13. geluiddempende kap

  14. bevestigingsflens

  15. geluiddempende kap luchtklep

  16. ventilatorkast

Hoe werkt een verstuivingsbrander?

De verstuivingsbrander verdeelt de brandstof in zeer fijne druppeltjes zodat het contactoppervlak tussen lucht en brandstof vergroot. De brandstof en lucht worden zo in een juiste verhouding vermengd, wat een continue verbranding verzekert. De pomp op de brander zuigt de brandstof uit de tank aan en perst een bepaald debiet (afhankelijk van de druk) doorheen de verstuiverlijn en de verstuiver. De verstuiver verdeelt de brandstof in kleine druppeltjes, zodat de vloeistof verbrand kan worden. Vlamvorming treedt pas op, wanneer de verstoven brandstof ontstoken wordt door een elektrische vonk, tussen de ontstekingselektroden. Een verstuivingsbrander bezit dus geen waakvlam!

De lucht die nodig is voor de verbranding wordt aangevoerd door de centrifugaalventilator.
Wanneer er geen vlamvorming is, door bijvoorbeeld een slechte ontsteking, zal de brander zich vergrendelen (in veiligheidstoestand plaatsen) via de branderautomaat.