Temperatuur regelen

Temperatuur regelen

Ketelthermostaat

De ketelthermostaat is eigenlijk de meest primitieve vorm van regeltechniek. Deze thermostaat staat rechtstreeks op het ketelbord en dient om manueel de temperatuur van het ketelwater te regelen. Samen met de regelkranen, geplaatst op de verwarmingslichamen, die manueel geregeld werden, was dit vroeger één van de meest gebruikte regelsystemen. Afhankelijk van de buitentemperatuur diende men dan de keteltemperatuur in te stellen om een voldoende warmte-afgifte en constante binnentemperatuur te bekomen (vb. 85°C bij vorst, 75°C tijdens een matige winter en 55°C in de tussenseizoenen). Een moderne installatie is nog altijd uitgerust met een ketelthermostaat maar dan alleen als regel- en/of veiligheidsorgaan. Hij stuurt niet langer de brander.

Kamerthermostaat

Dit toestel wordt in de woonkamer of in een ander referentielokaal geplaatst. De thermostaat dient om een constante kamertemperatuur te bekomen. Hij voelt de kamertemperatuur aan en laat dan de verwarming in- en uitschakelen wanneer deze te laag of te hoog is. De thermostaat kan bijvoorbeeld de brander of een circulator bevelen.

De kamerthermostaat wordt meestal in de woonkamer geplaatst op een hoogte van ongeveer 1,50 m en NIET op een buitenmuur. Plaats de kamerthermostaat nooit nabij een warmtebron (TV-toestel, lamp), die de goede werking van de kamerthermostaat kan beïnvloeden, en beschermd tegen tocht.

Moderne kamerthermostaten kunnen op alle mogelijke manieren en voor langere tijd geprogrammeerd worden. Zo kan men bijvoorbeeld automatisch een nachtverlaging instellen, of zelfs dag per dag programmeren.

Thermostatische kraan

De thermostatische kraan wordt beschouwd als een individuele regeling, men plaatst ze rechtstreeks op de verwarmingslichamen (radiatoren), zodoende kan men in ieder lokaal afzonderlijk de temperatuur regelen.

Dit type regelkranen kan gecombineerd worden met een kamerthermostaat of weersafhankelijke regeling. Er bestaan nu zelfs kranen die programmeerbaar zijn.

Weersafhankelijke regeling

Dit is een van de meest doorgedreven regelingen die de comfortsituatie verhoogt en het verbruik verlaagt.

De gewenste kamertemperatuur wordt éénmaal ingesteld en met behulp van de stooklijn wordt de aanvoertemperatuur van het water bepaald in functie van de buitentemperatuur.

Een buitensonde registreert de buitentemperatuur. Deze stuurt dan een signaal naar een elektronisch regelpaneel. Via een warm watersonde controleert het elektronisch regelpaneel of de watertemperatuur hoog genoeg ligt om de gewenste binnentemperatuur te bekomen. Is dat niet het geval, dan zet het regelsysteem de brander in werking of stuurt de opening van een mengkraan tot die temperatuur bereikt is. De mengkraan gaat open en de circulator stuwt het warme water door de leidingen en de verwarmingslichamen om de warmte-afgifte te verzekeren. De stooklijn wordt ingesteld door de installateur en is afgestemd op de verwarmingsinstallatie, het gebouw en de klimaatzone.

Door de snelle ontwikkeling van de stookolieketels, die werken op glijdende temperatuur, komt de toepassing van de weersafhankelijke regeling nog beter tot zijn recht en door de evolutie van de elektronica is de prijs nu ook gunstig voor ééngezinswoningen. De stookketel brandt alleen wanneer warmte gevraagd wordt. De stilstandverliezen worden kleiner. Het warmteverlies in de stookruimte of in de leidingen is miniem. In vergelijking met manuele regelingen besparen ze tot meer dan 20%.

Voorwaarde is wel dat het gekozen regelsysteem precies past bij de installatie. Bovendien moet de nodige regelapparatuur nauwkeurig gedimensioneerd en zorgvuldig geplaatst worden. De plaatsing en montage van de voelers dient met de nodige zorg en aandacht te gebeuren. De buitenvoeler meet immers niet alleen de buitentemperatuur. Bij wind en regen, wanneer de warmteverliezen groter zijn dan bij even koud maar droog en windstil weer, meet de voeler niet alleen de luchttemperatuur maar ook de door de wind en verdampingskoude veroorzaakte lagere waarde. De voeler registreert ook voor een gedeelte de muurtemperatuur en moet dus worden aangebracht op de muur van een verwarmde kamer. Meestal wordt de buitenvoeler tegen een noordgevel geplaatst, uit de zon, en tegen de zijde die door de noordligging de grootste warmtebehoefte heeft.