Is het rendabel om mijn verwarmingsinstallatie te vervangen? En zo ja, wanneer?

Of het nuttig is om uw verwarming te vervangen, hangt grotendeels af van de leeftijd van uw ketel.

3 mogelijkheden:

  • Uw verwarmingsketel is meer dan 20 jaar oud
    De technologie van verwarmingsketels is de afgelopen jaren behoorlijk geëvolueerd. De recente modellen hebben een heel wat hoger rendement dan ketels van twintig jaar oud. Volgens specialisten kunt u tot 30% minder stookolie verbruiken door een ketel van 20 jaar of meer te vervangen door een recent model met hoog rendement. Die investering haalt u er dus al snel uit. Doe zelf de test en zie wat u kunt besparen met onze simulator. Let wel: in Vlaanderen mag je vanaf 1/1/2022 een oude stookolieketel enkel nog vervangen door een nieuw exemplaar als er geen aansluiting op het aardgasnet mogelijk is.
    TIP: Wanneer u een nieuwe ketel kiest, is het juiste vermogen cruciaal. Oude ketels waren vaak te groot. Een ketel die te krachtig is voor uw behoeften biedt geen optimaal rendement. Laat u dus bijstaan door een goede verwarmingstechnicus. Hier vindt u alvast een lijst met onze MazoutExperts.
  • Uw verwarmingsketel is tussen 15 en 20 jaar oud
    Uw verwarming heeft nog een aanvaardbaar rendement. U hoeft ze niet meteen te vervangen, maar wel over een paar jaar.
    TIP: Als u dit doet, kunt al flink besparen:
    • stel de ketel juist af
    • vervang de circulatiepomp(en) (in twee jaar terugverdiend)
    • koop een nieuwe brander (de oude branders zonder automatisch sluitende klep kunnen een meerverbruik tot 8% veroorzaken)
      Hier vindt u nog andere tips op maat
       
  • Uw verwarmingsketel is minder dan 15 jaar oud
    Uw verwarming is waarschijnlijk nog efficiënt, maar met onze tips kunt u uw stookolieverbruik terugschroeven.
    TIP: Optimaliseer uw verbruik door uw verwarmingsinstallatie te combineren met hernieuwbare energie, bijvoorbeeld een zonneboiler.

Hoe oud uw verwarming ook is, met een paar simpele trucs kunt u uw energieverbruik al flink inperken. U leest er alles over in ons artikel 10 tips voor een lagere stookoliefactuur.